Matança - traditionele varkensslacht in Portugal
Door de jaren heen hielden de inwoners van Portugals binnenland vast aan hun traditionele manier van leven. Zelfs mensen die in een hotel in Albufeira werken, de verzekeringsagent, het personeel van de Junta de Freguesia of de winkeleigenaar. Zij of hun familie houden allemaal wel een paar varkens om in de winter te slachten, hebben kippen in de achtertuin en verbouwen groenten op elke vierkante meter tuin die ze bezitten.
Veel mensen op het platteland zijn zelfvoorzienend. Ze hebben hun eigen honing, groenten, fruit, eieren, vlees en ga zo maar door. Ze leven van het land en verdienen soms wat bij door kurk, medronho of honing te verkopen.
In het achterland van Portugal vind je oude boerderijen ( quinta's ), waar sommige oude mensen nog hetzelfde leven leiden als hun ouders en grootouders. Sommigen hebben nog steeds geen badkamer, geen elektriciteit, geen stromend water in huis, geen verwarming, geen wasmachine en geen toilet en dat lijken ze allemaal niet erg te vinden. Deze mensen hebben een diepe band met dit land, dat ze liefkozend "minha terra" (mijn land) noemen.
Een deel van de traditionele manier van leven wordt ook weerspiegeld in de Matança (traditionele varkensslacht). Sinds de middeleeuwen mesten veel Portugese families op het platteland varkens voor de slacht. Omdat het slachten van varkens al eeuwenlang wordt beoefend, behoort het varken en zijn vlees tegenwoordig tot de nationale identiteit.
Maar het slachten van een varken is meer dan zorgen voor voedsel, het is ook een sociaal gebeuren, waar families, buren en vrienden samenkomen in een sfeer van wederzijdse hulp en dat gaat natuurlijk gepaard met een feestje. Elkaar helpen is erg belangrijk en een gezin dat hulp krijgt van buren, vrienden of familie, zal later de gunst teruggeven in andere of soortgelijke activiteiten.
Een varken grootbrengen is geen dure bezigheid, want dit dier vreet allerlei etensresten, fruit en andere bijproducten. De economische waarde van dit dier in de Portugese cultuur is met geen enkel ander dier te vergelijken. Alle delen van het dier worden gebruikt, van de poten tot en met de oren.
De mannen doen het eigenlijke slachten, vroeg in de ochtend. De ervaren matador doodt het varken door een diepe snee in de nek. Nadat het bloed is verzameld, worden de haren afgebrand en worden de ingewanden eruit gehaald. De mannen snijden het vlees en daarna maken de vrouwen worsten zoals morcela (bloedworst), linguiça (gezouten worst met paprika en knoflook) en chouriço (vergelijkbaar met linguiça, maar pittiger) door vlees, vet, kruiden en specerijen te mengen. Dan is er natuurlijk de gedroogde ham, presunto. Al het vlees en de worstjes hangen aan stokken onder het plafond van de rookkamer.
Nu de tijden veranderen en de technologische ontwikkeling van samenlevingen toeneemt, worden sommige handelingen of activiteiten die voorheen werden beschouwd als iconen van de culturele identiteit van een gemeenschap, nu beschouwd als barbaars of niet hygiënisch genoeg.
Dat is precies wat er gebeurt met de Portugese traditionele varkensslachting. Tegenwoordig verbiedt de Europese wet het doden van dieren thuis, om hygiënische redenen, terwijl dierenrechten-organisaties deze praktijk veroordelen omdat ze het als barbaars beschouwen. Maar nieuwe wetten betekenen niet het onmiddellijke einde van tradities. Hier is het nog steeds toegestaan om een varken te houden en te slachten voor eigen consumptie en deze traditie zal in stand blijven totdat de plattelandsgemeenschappen verdwijnen.
Aan de andere kant is de kwaliteit van het vlees van deze varkens zoveel hoger dan wat je in de supermarkt kunt kopen. Je weet precies wat het dier heeft gegeten en je zorgt er natuurlijk voor dat het vrij is van antibiotica en hormonen.