Amandelen uit de Algarve
Er was eens een jonge koning, genaamd Ibn-Almundim, die op een dag hopeloos verliefd werd op de prachtige Gilda, een blauwogige, goudharige prinses uit het noorden. Het koninklijk paar zou gaan wonen in het paleis in Silves, in een tijd dat Al-Gharb (de Moorse benaming voor de Algarve) aan de Arabieren behoorde. Maar het groeiende verdriet van de prinses wierp geleidelijk aan een schaduw over hun aanvankelijke geluk. De prinses vergoot tranen van verlangen naar haar vaderland en van het gemis aan de winterse sneeuw. Toen kreeg de koning een idee en plantte in de omliggende velden duizenden amandelbomen. De amandelbomen bloeiden rijkelijk in de winter die volgde en de melancholie van de prinses verdween als sneeuw voor de zon toen ze uit het raam keek. Ze zag het land bedekt met een laag witte amandelbloesem, zodat het leek op de besneeuwde velden van haar geboorteland.
Deze oude legende spreekt van een van de meest typische elementen in het landschap van de Algarve: de vele prachtig bloeiende amandelbomen, die elke winter de velden vullen met hun delicate witte en roze bloesems. Zij beloven ons dat de lente niet meer ver weg is.
De amandelboom heet Prunus dulcis (zoete pruim) en is familie van o.a. pruim en perzik. Die rustieke soorten Amendoeiras (amandelbomen op zijn Portugees) die in de Algarve groeien zijn bestand tegen hitte en droogte, kou en arme gronden. Het komt de productie van de amandelen echter ten goede als ze in de zomer wat water krijgen.
Als de bloemblaadjes in de winter vallen, beginnen de amandelen te groeien. Aanvankelijk zijn ze bedekt met een fluweelachtige groene schil, die uiteindelijk verhardt en splijt. Daaronder wordt dan in de zomer een harde bruine schil onthuld. Dat is de tijd om ze te oogsten. De traditionele manier om amandelen te plukken in Portugal, is door een groot net of laken op de grond onder de amandelboom te leggen en met een lange stok tegen de takken te slaan, waardoor de amandelen op het net vallen. Daarna moeten ze een paar dagen in de zon worden gedroogd voordat je ze kunt open breken om de eetbare pit te onthullen. Strikt genomen is de amandel dus geen noot, maar behoort tot de pitten en zaden.
Er zijn twee soorten amandelen: zoete en bittere. De bloesem van de zoete amandel is wit tot licht roze van kleur. Bittere amandelen hebben een donker roze bloesem.Bittere amandelen bevatten circa 2-3% van het giftige blauwzuurglycoside amygdaline. Zoete amandelen bevatten daarentegen vrijwel geen amygdaline. Tegenwoordig worden er haast geen bittere amandelen meer geteeld.
In de Algarve is de amandel een van de belangrijkste ingrediënten voor de lokale gastronomie en vooral voor zoetwaren zoals marsepein, gebak en desserts. Amandelen zijn heerlijk om rauw te eten, maar je kunt ze ook roosteren, eventueel met suiker, of met een beetje zout en "piri-piri" (chili).
Ook zijn er twee bekende likeuren gemaakt van amandelen: Amêndoa Amarga en Amarguinha, lekker gekoeld of met ijs en een paar druppels citroensap.
Behalve verwerkt te worden in al die heerlijke zoetigheden, wordt de amandel tegenwoordig ook beschouwd als een "superfood" en is het een van de meest populaire snacks wereldwijd vanwege de grote gezondheidsvoordelen. Amandelen zijn rijk aan eiwitten, vitamine E, magnesium en enkelvoudig onverzadigde vetten (hartvriendelijk) en ze worden, net als avocado en olijfolie, beschouwd als uiterst effectief om diabetes en hartproblemen te voorkomen en het slechte cholesterol-gehalte te verlagen. Toch hebben ze minder calorieën dan andere noten. Een handje vol rauwe amandelen per dag is dus een zeer gezonde snack.